Punt 3 van het dictum van de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 12 mei 2011 (zaak R 1590/2010-1), betreffende een nietigheidsprocedure tussen de Europese Commissie en Welte-Wenu GmbH, wordt vernietigd voor zover daarin is aangegeven dat Welte-Wenu de kosten van de nietigheidsprocedure zal dragen en deze kosten zijn opgenomen in het totale bedrag van 2 500 EUR dat Welte-Wenu aan de Europese Commissie moet terugbetalen.
Le point 3 du dispositif de la décision de la première chambre de recours de l’Office de l’harmonisation dans le marché intérieur (marques, dessins et modèles) (OHMI) du 12 mai 2011 (affaire R 1590/2010-1), relative à une procédure en nullité entre la Commission européenne et Welte-Wenu GmbH, est annulé, en ce qu’il indique que Welte-Wenu supporte les frais de la procédure en nullité et les inclut dans la somme globale de 2 500 euros que Welte-Wenu doit rembourser à la Commission européenne.