21. spreekt nogmaals zijn steun uit voor DEB, roept de lidstaten op om er met hernieuwde inspanningen naar te streven dat in 2010 12% van het totale energieverbruik, 22,1% van de elektriciteit en 5,75% van het brandstofverbruik afkomstig is van DEB, en wenst dat een voorstel voor een richtlijn wordt ingediend om verwarming en koeling met DEB te bevorderen ten einde de globale doelstelling te halen
21. réaffirme son soutien aux sources d'énergie renouvelables; invite les États membres à redoubler d'efforts pour atteindre les objectifs de 12% de la consommation totale d'énergie et de 22,1% de la production d'électricité pour les énergies renouvelables et de 5,75% de la consommation de combustibles d'ici à 2010, et réclame une proposition de directive relative à la promotion du chauffage et du refroidissement grâce aux sources renouvelables, à l'effet d'atteindre l'objectif général;