Zoals uiteengezet in B.3.1, beantwoordt het verbod op reclame voor tabaksproducten aan een werkelijke maatschappelijke behoefte en kan bijgevolg worden beschouwd te voldoen aan de vereisten van artikel 10, lid 2, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Ainsi qu'il est exposé au B.3.1, l'interdiction de publicité pour les produits du tabac répond à un besoin social impérieux et peut, en conséquence, être considérée comme satisfaisant aux exigences de l'article 10, paragraphe 2, de la Convention européenne des droits de l'homme.