8. vraagt zich af in hoeverre de Europese groei cyclisch van aard mag zijn en wijst op de noodzaak om het groeipotentieel van de Europese Unie te verhogen als manier om de werkgelegenheid te vergroten; herinnert de lidstaten eraan dat een toename van de groei en een grotere werkgelegenheid aanmerkelijk hogere belastinginkomsten kunnen opleveren, zodat de kans op een buitensporig tekort afneemt terwijl de overheidsschuld aanmerkelijk kan worden verkleind;
8. se demande dans quelle mesure la croissance européenne peut revêtir un caractère cyclique et met en exergue la nécessité d'augmenter le potentiel de croissance de l'Union européenne afin de permettre la création d'emplois; rappelle aux États membres qu'une croissance accrue et une meilleure situation de l'emploi devraient conduire à un accroissement important des rentrées fiscales, ce qui réduirait le risque de déficit excessif tout en permettant une diminution importante de la dette publique;