Traduction de «werkgelegenheid loonbeleid loonindexering hoorzitting economische » (Néerlandais → Français) :

werkgelegenheidsbevordering schepping van werkgelegenheid loonbeleid loonindexering hoorzitting economische groei economische planning loonkosten belastingbeleid Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werkende beroepsbevolking Hoge Raad van Financiën centrale bank
aide à l'emploi création d'emploi politique des salaires indexation des salaires audition publique croissance économique planification économique coût salarial politique fiscale Conseil central de l'économie population active occupée Conseil supérieur des Finances banque centrale

25. wijst erop dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben gewaarschuwd voor de problemen van zowel sociale aard (armoede onder werkenden), als economische (lage binnenlandse vraag) aard, die verband houden met de loondevaluatie die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden; benadrukt in dit verband dat een adequaat loonbeleid van groot belang is om de binnenlandse vraag in stand te houden, en dat loonsverhogingen daarom beter moeten aansluiten bij veranderingen in de productiviteit; meent dat benadrukt moet blijven worden dat het belangrijk is de lonen te verhogen, met name in landen waar lonen lager zijn dan de armoedegrens, maar dat daarbij niet aan het subsidiariteitsbeginsel mag worden geraakt; herinnert eraan dat de minimumlonen aanzienlijk verschillen van lidstaat tot lidstaat, en vraagt opnieuw om een studie hierover; moedigt de lidstaten aan minimumlonen vast te stellen in overeenstemming met hun nationale wetgeving en praktijken; dringt aan op een alomvattende strategie voor armoedebestrijding op basis van onder meer toegang tot fatsoenlijke banen die tot hoogwaardige werkgelegenheid en diensten leiden, dienstverlening en de activering van het minimuminkomen en de sociale bescherming; wijst erop dat onderwijs, en daarmee de bekwaamheid tot werken, een van de belangrijkste instrumenten is om armoede te bestrijden;
25. souligne que le Fonds monétaire international (FMI) et l'Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) ont mis en garde contre les problèmes tant sociaux (travailleurs pauvres) qu'économiques (demande intérieure en berne) liés à la dévaluation des salaires constatée ces dernières années; signale, à cet égard, qu'une politique salariale adéquate joue un rôle primordial dans le maintien de la demande intérieure et qu'il convient donc de mieux aligner les augmentations de salaire sur l'évolution de la productivité; maintient qu'il importe de signaler l'importance d'augmenter les salaires, en particulier dans les pays où les salaires sont inférieurs au seuil de pauvreté, mais estime qu'il convient, ce faisant, de ne pas compromettre le principe de subsidiarité; rappelle que les salaires minimums varient considérablement d'un État membre à l'autre, et demande une nouvelle fois que soit réalisée une étude sur ce sujet; encourage les États membres à fixer les salaires minimums conformément à la législation et aux pratiques nationales; plaide en faveur d'une stratégie globale de lutte contre la pauvreté reposant notamment sur l'accès à des emplois décents menant à des emplois et à des services de qualité; fait observer que l'un des principaux moyens de lutter contre la pauvreté est l'éducation et, partant, l'acquisition d'aptitudes à l'emploi;

13. wijst erop dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben gewaarschuwd voor de sociale (armoede onder werkenden) en economische (lage binnenlandse vraag) problemen die verband houden met de loondevaluatie die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden; benadrukt in dit verband dat een adequaat loonbeleid van groot belang is om de binnenlandse vraag in stand te houden, en dat loonsverhogingen daarom beter moeten aansluiten bij veranderingen in de productiviteit; meent dat er moet worden vermeld dat het belangrijk is de lonen te verhogen, met name in landen waar lonen lager zijn dan de armoedegrens, maar dat daarbij niet aan het subsidiariteitsbeginsel mag worden geraakt; herinnert eraan dat de minimumlonen aanzienlijk verschillen van lidstaat tot lidstaat, en vraagt opnieuw om een studie hierover, met een analyse van de verschillen in koopkracht tussen de lidstaten; moedigt de lidstaten aan om overeenkomstig hun nationale wetgeving en praktijk minimumlonen vast te stellen en na te denken over het effect daarvan op de armoede onder werkenden, het inkomen van huishoudens, de totale vraag en de werkgelegenheid;
13. souligne que le Fonds monétaire international (FMI) et l'Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) ont mis en garde contre les problèmes sociaux (travailleurs pauvres) et économiques (demande intérieure en berne) liés à la dévaluation des salaires constatée ces dernières années; signale, à cet égard, qu'une politique salariale adéquate joue un rôle crucial dans le maintien de la demande intérieure et qu'il convient donc de mieux aligner les augmentations de salaire sur l'évolution de la productivité; affirme qu'il faut mentionner l'importance d'augmenter les salaires, en particulier dans les pays où les salaires sont inférieurs au seuil de pauvreté, dans le respect toutefois du principe de subsidiarité; rappelle que les salaires minimums varient considérablement d'un État membre à l'autre, et demande une nouvelle fois que soit réalisée une étude sur ce sujet, qui comprendrait une analyse des différences de pouvoir d'achat entre les États membres; encourage les États membres à fixer les salaires minimums conformément à la législation et aux pratiques nationales et à examiner leurs incidences sur la pauvreté des travailleurs, le revenu des ménages, la demande globale et la création d'emplois;

belasting op inkomsten uit kapitaal deelneming kredietinstelling kredietverzekering inkomen effecten vereniging van lagere overheden inning der belastingen wetgeving wettekst geregistreerd samenwonen Belgacap beursnotering schepping van werkgelegenheid buitenlandse onderneming laag inkomen forfaitaire belasting inkomstenbelasting radiouitzending vereniging privé-gebruik computer heractivering van de economie aanvullend pensioen elektrisch voertuig audiovisueel programma codering loonindexering startende onderneming elektronisch document financiële voorschriften steun aan ondernemingen Europees afgevaardigde bescherming van de vennoten bijkomend voordeel organisatie zonder winstoogmerk televisie risicodragend kapitaal sportorganisatie uitkering aan nabestaanden energiebesparing kredietgarantie gerechtsdeurwaarder gemeenschapsbelasting investering loonpremie bedrijfsvoertuig bank hypotheek Federaal Dienstencentrum meewerkende echtgenoot liquidatie van een onderneming gehuwde persoon onroerendgoedmarkt tweewielig voertuig onderzoek en ontwikkeling aandeelhouder Europese Economische Ruimte overheidssteun fiscaliteit uurloon informatiemaatschappij registratierecht gelijke behandeling grondbelasting varend en vliegend personeel belastingovereenkomst onderzoeker kapitaalmarkt belastingaftrek notaris rechtspersoon kadaster ongehuwd samenleven gift financieel instrument kleine en middelgrote onderneming geschenkartikel minder vervuilend voertuig sport pensioenvoorwaarden gezinslast gegevensverwerkende installatie fiscaal recht koopvaardijvloot werkloosheidsverzekering verkoop Belgen in het buitenland Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden internet digitale kloof belasting op de meerwaarde vennootschapsbelasting vergoeding voor afgevaardigden belastingbeleid ouderdomsverzekering gemengd bedrijf terminologie BTW administratieve formaliteit financiële interventie massamedia voertuig Amortisatiekas elektronisch document management landmeter overheidsschuld werknemer belasting va ...
impôt sur les revenus de capitaux participation établissement de crédit assurance-crédit revenu valeur mobilière groupement de collectivités collecte de l'impôt législation rédaction législative union civile Belgacap cotation boursière création d'emploi entreprise étrangère faible revenu impôt forfaitaire impôt sur le revenu radiodiffusion association informatique domestique relance économique retraite complémentaire véhicule électrique programme audiovisuel codage indexation des salaires jeune pousse document électronique réglementation financière aide aux entreprises parlementaire européen protection des associés avantage accessoire société sans but lucratif télévision capitaux à risque organisation sportive prestation aux survivants économie d'énergie garantie de crédit huissier impôt communautaire investissement prime de salaire véhicule utilitaire banque hypothèque Centre de Services fédéral conjoint aidant liquidation de société personne mariée marché immobilier véhicule à deux roues recherche et développement actionnaire Espace économique européen aide de l'État fiscalité salaire horaire société de l'information droit d'enregistrement égalité de traitement impôt foncier personnel navigant convention fiscale personnel de la recherche marché des capitaux déduction fiscale notaire personne morale cadastre union libre don instrument financier petites et moyennes entreprises article-cadeau véhicule non polluant sport condition de la retraite charge de famille équipement informatique droit fiscal flotte marchande assurance chômage vente Belges à l'étranger Caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins Internet fossé numérique impôt sur la plus-value impôt sur les sociétés indemnité parlementaire politique fiscale assurance vieillesse société d'économie mixte terminologie TVA formalité administrative intervention financière moyen de communication de masse véhicule Caisse d'amortissement gestion électronique des documents géomètre dette publique employé imp ...

2. meent dat het, om te garanderen dat de burgers in de internemarktmaatregelen centraal staan, van belang is een sociale clausule op te nemen in alle wetgeving betreffende de interne markt overeenkomstig het Verdrag van Lissabon, met het doel te ijveren voor een hoog niveau van werkgelegenheid, voldoende sociale bescherming (door het arbeidsrecht, goede werkomstandigheden en met name werknemersrechten te waarborgen) en de bestrijding van sociale uitsluiting, enz, door voort te bouwen op het positieve acquis, gevormd door Richtlijn 2006/123/EG en Raadsverordening 1998/ 2679/EG; benadrukt dat diensten van algemeen economisch belang een bijdrage leveren voor het algemene concurrentievermogen van de Europese economie en voor zich ontwikkelende markten en technologieën, en een essentiële en universele rol vervullen als basisrechten van de Europese burgers; benadrukt de noodzaak om verdere stappen te ondernemen op het gebied van ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen, voor de ontwikkeling van een beleid dat resulteert in een gezond en verantwoord loonbeleid, raadpleging en participatie van werknemers en waardering van langetermijnaandeelhouderschap; benadrukt de rol van entiteiten van de sociale economie, die een waardevol alternatief bedrijfsmodel vertegenwoordigen en met succes op de markt werkzaam zijn doordat zij diensten uitvoeren, voor werkgelegenheid zorgen en sociale insluiting bewerkstelligen; verzoekt de Commissie zich te beraden over voorstellen voor verschillende Europese statuten voor verenigingen, onderlinge maatschappijen en stichtingen en ondersteunende maatregelen te treffen ten behoeve van de ontwikkeling van het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) om te zorgen voor een 'gelijk speelveld' ten opzichte van andere ondernemingsvormen;
2. estime qu'en vue de garantir que les mesures relatives au marché unique se concentrent sur les citoyens, il importe, ainsi que le prévoit le traité de Lisbonne, d'insérer dans toute législation en ce domaine une clause sociale visant à promouvoir, entre autres, un niveau d'emploi élevé, une protection sociale adéquate (en préservant le droit du travail, en particulier les conditions de travail et les droits des travailleurs) et la lutte contre l'exclusion sociale, en se fondant sur l'acquis positif inscrit dans la directive 2006/123/CE et dans le règlement (CE) n° 2679/98 du Conseil; insiste sur le rôle des services d'intérêt économique général (SIEG), en ce qu'ils participent à la compétitivité globale de l'économie européenne, ainsi qu'aux marchés et aux technologies en pleine évolution, et qu'ils revêtent un rôle crucial et universel en tant que droits fondamentaux des citoyens européens; insiste sur la nécessité de prendre des mesures supplémentaires en matière de gouvernance d'entreprise et de responsabilité sociale des entreprises pour le développement de politiques en faveur de politiques de rémunération saines et responsables, de la consultation et de la participation des salariés, et de la valorisation de l'engagement des actionnaires à long terme; souligne le rôle des entités de l'économie sociale, qui constituent un modèle d'entreprise alternatif intéressant et se placent avec succès sur le marché en fournissant des services et des emplois, et en favorisant l'inclusion sociale; invite la Commission à envisager des propositions de différents statuts européens pour les associations, les mutuelles et les fondations, et à prendre des mesures de soutien afin de permettre le développement du statut de société coopérative européenne (SCE) afin de créer des conditions de jeu égales par rapport aux autres types de sociétés;

5. is ingenomen met de Top van de sociale partners die in het kader van de Top van Barcelona heeft plaatsgevonden en met het voornemen om ieder jaar vóór de Europese Raad van het voorjaar een Sociale Top te houden; neemt kennis van de uitnodiging aan de sociale partners om een op deze top te presenteren jaarverslag uit te brengen over hun inspanningen op nationaal en Europees niveau in het kader van de werkgelegenheidsstrategie, maar onderstreept de autonomie van de Europese sociale partners wat betreft de inhoud van het in december 2002 te presenteren meerjarenprogramma; dringt er bij de Commissie, de Raad, de ECB en de sociale partners op aan de macro-economische dialoog te verbeteren door middel van een combinatie van een op productiviteit gericht loonbeleid en een monetair beleid dat bestemd is om het economisch herstel te stimuleren, zodat deze twee elementen tezamen het streven naar volledige werkgelegenheid ondersteunen; vraagt dat de macro-economische dialoog verder zou worden uitgebouwd en zijn bijdrage zou kunnen leveren bij de opstelling van de GREB;
5. accueille avec satisfaction le sommet des partenaires sociaux décidé dans le cadre du sommet de Barcelone et le projet de tenue d'un sommet social chaque année avant le Conseil européen de printemps; prend acte de ce que les partenaires sociaux sont invités à produire un rapport annuel sur leurs contributions, au niveau national et au niveau européen, à la stratégie pour l'emploi, à présenter à l'occasion de ce sommet, mais souligne l'autonomie des partenaires sociaux européens en ce qui concerne le contenu du programme pluriannuel à présenter en décembre 2002; invite la Commission, le Conseil, la BCE et les partenaires sociaux à intensifier le dialogue macroéconomique, en conjuguant la mise en place de politiques salariales orientées vers la productivité et une politique monétaire et financière visant à renforcer la reprise économique, de sorte que ces deux éléments viennent soutenir les efforts en faveur du plein emploi; souhaite que le dialogue macro-économique soit encore élargi et puisse contribuer à l'établissement des grandes orientations;

De dialoog tussen de belangrijkste economische beleidsmakers (die verantwoordelijk zijn voor het monetair, het begrotings- en het loonbeleid) wordt vergemakkelijkt door de "macro-economische dialoog" in het kader van het Europees pact voor de werkgelegenheid.
Pour faciliter le dialogue entre les principaux acteurs de la politique économique (dans les domaines monétaire, budgétaire et salarial), le Pacte européen pour l'emploi a instauré le "Dialogue macroéconomique".

3. wijst erop dat de doelstelling van volledige werkgelegenheid alleen kan worden verwezenlijkt als de groei gestaag stijgt, zoals uit de internationale en Europese ervaring blijkt, en dat deze groei ondersteund moet worden door een economisch en fiscaal beleid dat investeringen bevordert, vooral van kleine en middelgrote bedrijven, door een loonbeleid dat zich laat leiden door de stijging van de productiviteit en niet de starheid vertoont die nog steeds de arbeidswetgeving in te veel lidstaten kenmerkt;
3. rappelle que la réalisation de l'objectif de plein emploi dépend d'une croissance plus soutenue, comme le prouve l'expérience internationale et européenne, croissance qui doit être soutenue par une politique économique et fiscale qui favorise les investissements, surtout des petites et moyennes entreprises, par une politique salariale qui tienne compte des gains de productivité et par une réduction de la rigidité qui caractérise encore la législation en matière de droit du travail dans trop d'États membres;

Daarentegen staat het afwijzend tegenover iedere tendens in het loonbeleid waarmee afbreuk gedaan zou kunnen worden aan het Europese economische en sociale model. Wel moet het mogelijk zijn de indirecte loonkosten te verlagen, wanneer de werkgelegenheid hierdoor bevorderd wordt.
Il s'oppose par contre à toute orientation de la politique des salaires qui menacerait le modèle économique et social européen. Il admet toutefois la diminution des coûts salariaux indirects légaux, lorsqu'ils permettent de soutenir l'emploi.

Het macro-economisch beleid inzake stabiliteit en groei vereist bovendien een op de groei gerichte belastingpolitiek, met name de verlaging van de belastingen en de bijdragen met betrekking tot arbeid, en een op werkgelegenheid gericht loonbeleid van de sociale partners.
Une politique de stabilité au niveau macroéconomique exige en outre une politique fiscale axée sur la croissance, notamment une réduction des charges fiscales et des prélèvements qui pèsent sur le travail, ainsi que, du côté des partenaires sociaux, une politique salariale axée sur l'emploi.