De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 42, § 1, tweede lid, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, in zijn oorspronkelijke versie, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de werknemers aan wie door de werkgever een aandelenoptie wordt toegekend, op dezelfde wijze worden belast, ongeacht of zij al dan niet de mogelijkheid hebben de optie uit te oefenen.
La question préjudicielle a pour objet de demander à la Cour si l'article 42, § 1, alinéa 2, de la loi du 26 mars 1999 relative au plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses, dans sa version originelle, est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les travailleurs auxquels l'employeur attribue une option sur actions sont imposés de la même manière, qu'ils aient ou non la possibilité d'exercer l'option.