Artikel 3, § 1, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, dat bepaalt dat de breuk die met elk kalenderjaar overeenstemt als teller de eenheid heeft en als noemer het getal 45 of 40 naargelang het een man of vrouw betreft, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre krachtens dat artikel de pensioenberekening voor de man in 45sten en voor de vrouw in 40sten wordt gedaan.
L'article 3, § 1, de la loi du 20 juillet 1990 instaurant un âge flexible de la retraite pour les travailleurs salariés et adaptant les pensions des travailleurs salariés à l'évolution du bien-être général, qui dispose que la fraction correspondant à chaque année civile a pour numérateur l'unité et pour dénominateur le nombre 45 ou 40 selon qu'il s'agit d'un homme ou d'une femme, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'en vertu de cet article, le calcul de la pension s'effectue en 45èmes pour les hommes et en 40èmes pour les femmes.