De wetgever heeft immers, bij de oprichting van het NIS, het gevaar van een concentratie van gevoelige gegevens met betrekking tot de persoonlijke sfeer in handen van éénzelfde instantie ingezien, en derhalve expliciet verboden dat het NIS onderzoekingen en studies zou uitvoeren met betrekking tot de persoonlijke levenssfeer, onder meer op het sexueel gedrag, de overtuiging of activiteit op politiek, levensbeschouwelijk of godsdienstig gebied, het ras of de etnische afstamming.
En effet, lors de la création de l'INS, le législateur a compris le danger que représente la concentration de données sensibles relatives à la vie privée au sein d'une seule instance et il a dès lors interdit expressément à l'INS de mener des investigations et des études concernant la vie privée et notamment la vie sexuelle, les opinions ou les activités politiques, philosophiques ou religieuses, la race ou l'origine ethnique.