H. overwegende dat de ECB niet vrijelijk kan besluiten over het al dan niet openbaar maken van informatie met betrekking tot het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, maar dat voor een dergelijke openbaarmaking beperkingen en voorwaarden gelden, zoals vastgesteld in het relevante Unierecht, waaraan zowel de ECB als het Parlement onderworpen zijn; overwegende dat overeenkomstig
artikel 37.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (de "statuten van het ESCB") personen die toegang hebben tot gegevens
welke vallen onder wetgeving ...[+++] van de Unie waarbij een geheimhoudingsplicht wordt opgelegd, aan die wetgeving zijn onderworpen;
H. considérant que la divulgation d'informations liées à la surveillance prudentielle d'établissements de crédit n'est pas laissée à la discrétion de la BCE, mais qu'elle est aussi soumise aux limites et conditions prévues par le droit de l'Union en ce domaine, qui s'imposent au Parlement européen comme à la BCE; considérant, selon l'article 37, paragraphe 2, des statuts du Système européen de banques centrales et de la Banque centrale européenne (ci-après "le statut du SEBC"), que les personnes ayant accès à des données soumises à une législation de l'Union imposant l'obligation du secret sont assujetties à cette législation;