«
Als de wetgever zich in de onmogelijkheid denkt te bevinden om bepalingen waarvoor de Grondwet hem uitsluitend bevoegd gemaakt heeft, zelf vast te stellen en hij het nodig acht de
bevoegdheid tot het uitvaardigen van die bepalingen aan de Koning op te dragen,
dan is de werkwijze waarmee de in de Grondwet neergelegde beginselen in de mate van het mogelijke gevrijwaard worden, die welke erin bestaat de op grond van de bedoelde machtiging vastgestelde b
...[+++]esluiten te onderwerpen aan spoedige bekrachtiging door de wetgever (..).
« Lorsque le législateur s'estime dans l'impossibilité d'établir lui-même des dispositions que la Constitution réserve à sa compétence, et qu'il juge nécessaire de conférer au Roi le pouvoir de prendre lesdites dispositions, le procédé qui sauvegarde, dans la mesure du possible, les principes établis par la Constitution, consiste à soumettre à une prompte confirmation par le législateur, les arrêtés royaux pris en vertu de l'habilitation (..).