21. merkt op dat het subsidiariteitsbeginsel zoals dit opgenomen is in de Verdragen enkel maatregelen van de Unie toelaat op gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen „indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen worden bereikt”, terwijl het evenredigheidsbeginsel bepaalt dat de inhoud en de vorm van het optreden niet meer mogen omvatten dan hetgeen noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Verdragen; herinnert eraan dat subsidiariteit en evenredigheid nauw met elkaar verbonden, maar ve
...[+++]rschillende beginselen zijn: terwijl het subsidiariteitsbeginsel betrekking heeft op de mogelijkheid van de Unie om in te grijpen in gebieden die niet tot de exclusieve bevoegdheid van de EU behoren, betreft het evenredigheidsbeginsel de proportionele verhouding tussen de door de wetgever vastgestelde middelen en de daarmee na te streven doelen en geldt het als algemene regel voor de uitoefening van de bevoegdheden van de Unie; wijst er op dat de beoordeling van de evenredigheid van een ontwerp van wetgevingshandeling logischerwijs na de beoordeling van de subsidiariteit plaatsvindt, maar dat de subsidiariteitstoetsing zonder evenredigheidstoetsing niet doeltreffend genoeg zou zijn; 21. relève que le principe de subsidiarité, tel que défini dans les traités, permet à l'Union d'intervenir dans les domaines qui ne relèvent pas de sa compétence exclusive «seulement si, et dans la mesure où, les objectifs de l'action envisagée ne peuvent pas être atteints de manière suffisante par les États membres, tant au niveau central qu'au niveau régional et local, mais peuvent l'être mieux, en raison des dimensions ou des effets de l'action envisagée, au niveau de l'Union», tandis que, conformément au principe de proportionnalité, ni le contenu ni la forme des mesures de l'Union ne doivent dépasser la mesure nécessaire pour atteindre les objectifs des traités; rappelle que les principes de subsidiarité et de proportionnalité sont ét
...[+++]roitement liés, mais distincts: le premier concerne la pertinence de l'action de l'Union dans les secteurs ne relevant pas de sa compétence exclusive, tandis que le second concerne l'adéquation entre les moyens dont dispose le législateur et les objectifs que celui-ci poursuit, fonctionnant comme une règle globale pour l'exercice des pouvoirs de l'Union; rappelle que l'examen de la proportionnalité d'un projet d'acte législatif suit logiquement l'examen de la subsidiarité, mais que le contrôle de subsidiarité n'aurait qu'une efficacité limitée en l'absence d'un contrôle de proportionnalité;