4. wijst er nogmaals op dat de volledige toepassing van de mensenrechtenclausule van overeenkomsten van fundamenteel belang is in de betrekkingen tussen de Europese Unie en de lidstaten en derde landen, en dat er een groot draagvlak bestaat om de manier waarop Europese regeringen, in de naam van de strijd tegen het terrorisme, tot nu toe hebben meegewerkt aan repressie door dictaturen, opnieuw te bekijken; is in dat verband van mening dat het net herziene Europees Nabuurschapsbeleid de hervorming van de veiligheidssector terdege moet ondersteunen, waarbij met name een duidelijke scheiding van taken die verband houden
met inlichtingen en wetshandhavingstaken verzekerd moet word ...[+++]en; verzoekt de EDEO, de Raad en de Commissie om hun samenwerking met het Comité inzake het voorkomen van foltering en andere relevante mechanismen van de Raad van Europa op te voeren bij het plannen en uitvoeren van projecten in samenwerking met derde landen ter ondersteuning van terrorismebestrijding en bij alle vormen van terrorismebestrijdingsdialogen met derde landen;