Het oorspronkelijke wetsvoorstel bepaalde, ten aanzien van de sanctie voor de schending van het recht op de bijstand van een advocaat, dat de verhoren afgenomen met schending van dat recht « niet uitsluitend of in overheersende mate [konden] dienen voor een veroordeling van de ondervraagde persoon » (artikel 47bis, § 5, voorgesteld bij artikel 2 van het wetsvoorstel, Parl. St., Senaat, 2010-2011, nr. 5-663/1, p. 37).
La proposition de loi originelle disposait, en ce qui concerne la sanction de la violation du droit à l'assistance d'un avocat, que les auditions effectuées en violation de ce droit ne pouvaient être utilisées « de manière exclusive, ni dans une mesure déterminante aux fins d'une condamnation de la personne interrogée » (article 47bis, § 5, proposé par l'article 2 de la proposition de loi, Doc. parl., Sénat, 2010-2011, n° 5-663/1, p. 37).