Zoals de minister van Pensioenen heeft verklaard tijdens de inleidende uiteenzetting, opteert hij ervoor van de wettelijke pensioenleeftijd ongemoeid te laten op 65 jaar maar de werkelijke pensioenleeftijd hier zo nauw mogelijk bij te laten aansluiten, mogelijk met in het achterhoofd van in de toekomst de wettelijke pensioenleeftijd aan te passen in functie van de stijgende levensverwachting.
Ainsi que le ministre des Pensions l'a expliqué dans son exposé introductif, il choisit de laisser l'âge légal de la pension à 65 ans mais de faire en sorte que l'âge effectif de la pension s'en rapproche le plus possible, dans l'idée peut-être d'adapter à l'avenir l'âge légal de la pension en fonction de l'augmentation de l'espérance de vie.