Onder die voorwaarden stelt het Hof vast dat, hoewel er wel degelijk een zekere wettelijke definitie bestaat, deze onder dergelijke omstandigheden niettemin geen voldoende wettige grondslag vormt om een inmenging van de openbare macht in de persoonlijke levenssfeer van de burger toe te laten en voegt het daaraan toe dat de vereiste van de « noodzaak in een democratische maatschappij » in dit geval ontbreekt.
Dans ces conditions, la Cour constate que s'il existe bien une certaine définition légale, celle-ci ne constitue néanmoins pas une base légale suffisante pour permettre une ingérence de la puissance publique dans la vie privée du citoyen et ajoute que l'exigence de « nécessité dans une société démocratique » fait en l'occurrence défaut.