Enerzijds moet de burger kunnen vertrouwen op vaste gedragsregels van de overheid en anderzijds moet de overheid snel en flexibel kunnen ingrijpen, wanneer nieuwe fiscale wetten onvoorziene gevolgen zouden doen rijzen.
D'une part, le citoyen doit pouvoir compter sur des règles de conduite fixes de l'État et celui-ci doit pouvoir intervenir rapidement et de manière flexible si de nouvelles lois fiscales avaient des conséquences inattendues.