Beide wetten verschillen hierin, behalve inzake de uitbreiding van de vereiste van dat advies tot andere toepassingsmodaliteiten van de vrijheidsstraf dan de voorwaardelijke invrijheidstelling, dat de wet betreffende de voorwaardelijke invrijheidstellling begeleiding of behandeling in een gespecialiseerde dienst oplegt « indien de veroordeelde een straf ondergaat voor één van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 372 tot 386ter van het Strafwetboek (artikel 4, § 5, vierde lid) », terwijl de wet betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden alle vrijheid laat aan de strafuitvoeringsrechter, die de toekenning van de strafuitvoeringsmodaliteit ge
...[+++]paard « kan » laten gaan met het verplicht volgen van een bepaalde begeleiding of behandeling (artikelen 42 en 56). Là où les deux loi
s diffèrent, à part bien sur l'extension de l'exigence de cet avis à d'autres modalités d'application de la peine privative de liberté que la libération conditionnelle, c'est que la loi sur la libération conditionnelle impose une guidance ou un traitement dans un service spécialisé « si le condamné subit une peine pour les infractions visées aux articles 372 à 386ter du Code pénal » (article 4, § 5, alinéa 4) alors que la loi sur le statut juridique externe des détenus laisse toute latitude au juge d'application des peines qui « peut » assortir l'octroi de la modalité d'exécution de la peine de l'obligation de suivre un
...[+++]e telle guidance ou un tel traitement (articles 42 et 56).