Het verweer van de Franse Gemeenschapsregering komt erop neer te zeggen dat het door de verzoekster aangevochten deel van het decreet van 3 november 1997 geen machtiging aan de Franse Gemeenschapsregering zou inhouden tot uitgaven die, enerzijds, weddetoelagen en, anderzijds, tussenkomst i
n de werkingskosten vormen ten behoeve van de Fransta
lige muziekacademie Wezembeek-Oppem; het zou om een « eigen vooronderstelling » van de verzoekster zelf gaan, minstens zou er in casu geen weerlegging zijn van een vermoeden van eensluidendheid me
...[+++]t de grondwettelijke bepalingen.
La défense du Gouvernement de la Communauté française revient à dire que la partie du décret du 3 novembre 1997 attaquée par le requérant ne contiendrait, pour le Gouvernement de la Communauté française, aucune autorisation de dépenses qui seraient constituées, d'une part, par des subventions-traitements et, d'autre part, par une intervention dans les frais de fonctionnement, au bénéfice de l'académie francophone de musique de Wezembeek-Oppem; il s'agirait des « propres présupposés » du requérant, ou il n'y aurait tout au moins, en l'espèce, aucune réfutation de la présomption de conformité aux dispositions constitutionnelles.