Art. 2. De werking van de Sociale dienst heeft betrekking op alle personeelsleden van de diensten, zonder onderscheid, op de leden van hun gezin, alsook hun weduwen, weduwnaars en wezen, op de gedetacheerde personeelsleden voor zover zij tijdens de detachering niet genieten van voordelen van een andere sociale dienst, en op de gepensioneerde personeelsleden.
Art. 2. Le Service social étend son action à tous les membres du personnel des services, sans distinction, aux membres de leur famille, ainsi qu'à leurs veuves, veufs et orphelins, aux membres du personnel détachés pour autant que ceux-ci ne bénéficient pas des avantages d'un autre service social pendant leur détachement, ainsi qu'aux agents pensionnés.