Wanneer de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat waar een Belgische kredietinstelling een bijkantoor heeft gevestigd of werkzaamheden uitoefent als bedoeld in artikel 4, in het kader van het vrij verrichten van diensten, de toezichthouder ervan in kennis stellen dat de Belgische wettelijke bepalingen vastgesteld met toepassing van Richtlijn 2013/36/EU of Verordening nr. 575/2013, niet worden
nageleefd of er een wezenlijk risico bestaat van niet-naleving, treft de toezichthouder zo spoedig mogelijk alle passende maatregelen, met name deze bedoeld in de artikelen 234 tot 236, of doet hij deze maatregelen treffen, om ervoor te zorge
...[+++]n dat deze onregelmatige situatie wordt verholpen.Lorsque les autorités compétentes d'un autre Etat membre dans lequel un établissement de crédit belge a établi une succursale, ou y exerce des activités visées à l'article 4 dans le cadre de la libre prestation de services, informent l'autorité de contrôle que les dispositions légales belges définies en application de la directive 2013/36/UE ou du Règlement n° 575/2013 ne sont pas respectées,
ou qu'il existe un risque significatif de non-respect, l'autorité de contrôle prend ou fait prendre, sans délai, toute mesure appropriée, notamment celles visées aux articles 234 à 236, pour veiller à ce qu'il soit remédié à la situation de manqueme
...[+++]nt.