Art. 262. In afwijking van artikel 58, § 4, tweede lid, kan een deelnemer, bij verlies van de aan de bewaarder toevertrouwde financiële instrumenten, zelf de rechten uitoefenen die de AICB bezit ten aanzien van de bewaarder of ten aanzien van elke persoon aan wie de bewaarder zijn taken heeft gedelegeerd, indien de beheerder niet optreedt binnen drie maanden na de hem daartoe gestuurde aanmaning.
Art. 262. Par dérogation à l'article 58, § 4, alinéa 2, en cas de perte d'instruments financiers confiés, un participant peut exercer lui-même les droits dont dispose l'OPCA contre le dépositaire ou toute personne à qui le dépositaire a délégué ses fonctions, au cas où le gestionnaire n'agit pas dans les trois mois de la mise en demeure qui lui est adressée à cette fin.