Ongeacht wat men denkt van de tweede en de derde pijler alsmede van het risico van een verzwakking van de eerste pensioenpijler naar gelang van de privéinvesteringen in die twee facultatieve regelingen (die wij hierna de algemene naam « pensioenfondsen » geven) en van de legitimiteit van de steun die de Staat eraan verleent (via de fiscale voordelen), geconstateerd moet worden dat de bedragen die vrijwillig aan de financiering van die tweede en derde pijler worden besteed voortdurend stijgen.
Quel que soit le jugement porté sur les deuxième et troisième piliers, ainsi que sur le risque d'un affaiblissement du premier pilier de pension au gré des investissements privés dans ces deux systèmes facultatifs (que nous appellerons ci-après, de façon générique, « fonds de pension ») et sur la légitimité du soutien qu'y apporte l'État (via les avantages fiscaux qui sont offerts), il faut constater que les montants consacrés de façon volontaire au financement de ces deuxième et troisième piliers de pension sont en augmentation constante.