Die bepaling verplicht het inrichtingshoofd of de inrichtende macht, wanneer zij de plaatsen toekennen die zij moeten toekennen - de andere plaatsen worden immers toegekend door de « CIRI » -, ertoe 20,4 pct. van de erkende plaatsen, voor zover dat percentage kan worden bereikt, voor te behouden aan zogeheten « ZSEI »-leerlingen in de volgorde van hun rangschikking volgens het samengestelde indexcijfer en in geval van een ex aequo in opklimmende volgorde van het sociaaleconomische indexcijfer van hun wijk van herkomst.
Cette disposition impose au chef d'établissement ou au pouvoir organisateur, lorsqu'ils attribuent les places qu'il leur revient d'attribuer - les autres places étant attribuées par la CIRI -, de réserver 20,4 p.c. des places déclarées, pour autant que ce pourcentage puisse être atteint, à des élèves dits « ISEF » dans l'ordre de leur classement selon leur indice composite et, en cas d'ex-aequo, selon l'ordre croissant de l'indice socio-économique de leur quartier d'origine.