« 4· de pensioenkassen wier bedrijvigheid bestaat in het opbouwen
van bovenwettelijke voordelen inzake pensioen en overlijden voor zelfstandigen, zoals bedoeld in titel II, hoofdstuk I, afdeling 4 van de Programmawet (I) van 24 december 2002, en voor niet-zelfstandigen, zoals bedoeld in artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 en het d
ekken op bijkomende wijze van bovenwettelijke voordelen inzake arbeidsongeschiktheid en/of invaliditeit voor
...[+++] de personen bedoeld in voormeld artikel 54».
« 4· aux caisses de pension ayant pour activité la constitution d’avantages extra-légaux en matière de pension et de décès pour les indépendants, tels que visés au titre II, chapitre I , section 4, de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002, et pour les non-indépendants, tels que visés à l’article 54 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et la couverture, à titre accessoire, d’avantages extra-légaux en matière d’incapacité de travail ou d’invalidité pour les personnes visées à l’article 54 précité».