Het derde middel in de zaak nr. 6136 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat artikel 13 van de Interneringswet 2014 de rechten van verdediging op onrechtmatige wijze inperkt, door te voorzien in een inkorting van de termijn tot drie dagen voor de behandeling van de zaak voor de onderzoeksgerechten, terwijl dit steeds minstens vier dagen is.
Le troisième moyen dans l'affaire n° 6136 est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'article 13 de la loi de 2014 sur l'internement restreint les droits de défense de manière illicite, en prévoyant l'abrégement à trois jours du délai de traitement de l'affaire devant les juridictions d'instruction, alors que ce délai est toujours au moins de quatre jours.