Deze uitwisseling, die plaatsvond in een informeel kader, heeft er bovendien voor gezorgd dat de voor de maritieme veiligheid in de lidstaten bevoegde instanties meer wederzijds vertrouwen hebben gekregen, dat zij grondiger zijn gaan nadenken over netelige vragen in verband met de toepassing van de richtlijn[7] en dat zij begonnen zijn met informatie-uitwisseling over uitvoeringsbepalingen en -praktijken, om op die manier bij te dragen tot het verhogen van de veiligheidsnormen in havengebieden en met name in gebieden die grenzen aan havenfaciliteiten of toegang bieden tot havenfaciliteiten.
Ces échanges, tenus dans un cadre informel, ont permis en outre aux responsables de la sûreté maritime des États membres de renforcer les liens de confiance mutuelle, d’approfondir la réflexion sur des questions épineuses liées à la mise en œuvre de la directive[7] et d'initier des échanges d’information sur les dispositifs et les pratiques mises en œuvre, contribuant ainsi à élever les standards de sûreté dans les zones de compétence des ports, notamment dans les zones limitrophes des installations portuaires ou d'accès à ces dernières.