Overwegende dat de manier waarop de aanvrager zich voorneemt de opsporingsactiviteiten te verrichten, beantwoordt aan een efficiënte en rationele opsporing van koolwaterstoffen en geen reden tot weigering van de vergunning uitmaakt; dat de geplande activiteiten geologisch voldoende onderbouwd en praktisch uitvoerbaar zijn; dat het opsporen van koolwaterstoffen altijd een bedrijfseconomisch risico inhoudt voor de aanvrager; dat het bijgevolg niet mogelijk is de rendabiliteit van de geplande activiteiten met zekerheid positief of negatief te beoordelen; dat het veronderstelde volume aanwezige koolwaterstoffen in elk geva
l tot een rendabele winning ervan aanleiding kan geven ...[+++];