1. De lidstaten zorgen ervoor dat er in hun rechtsgebied geen juridische belemmeringen bestaan die de onder het toepassingsgebied van het aanvullende en
Europese toezicht vallende natuurlijke en rechtspersonen, ongeacht of dat al dan niet gereglementeerde entiteiten zijn, beletten om onderling all
e informatie uit te wisselen die voor dat aanvullende en Europese toezicht relevant is, en overeenkomstig deze richtlijn informatie uit te wisselen en met de ETA's overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr/2010 [EBA], van Verordening
...[+++](EU) nr/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr/2010 [EAEM], zo nodig via het GCETA.1. Les États membres veillent à ce qu'aucun obstacle juridique n'empêche, sur leur territoire, les personnes physiques et morales relevant de la surveillance complémentair
e et européenne, qu'elles soient des entités réglementées ou non, de s'échanger toute information
pouvant intéresser ladite surveillance complémentaire et européenne et d'échanger des informations en vertu de la présente directive avec les autorités européennes de surveillance conformément à l'article 20 du règlement (UE) n° ./2010 [ABE], du règlement (UE) n° ./2010
...[+++][AEAPP] et du règlement (UE) n° ./2010 [AEMF], le cas échéant par l'intermédiaire du comité mixte des autorités européennes de surveillance.