Rekening houdend met het feit dat de door de wetgever nagestreefde doelstelling met betrekking tot het valoriseren van de in de privésector of als zelfstandige opgebouwde beroepservaring een niet-onaanzienlijk budgettaire impact zou hebben indien die valorisatie onmiddellijk en voor alle leden van het gerechtspersoneel zou worden gerealiseerd, vermocht de wetgever van oordeel te zijn dat het bestaande verschil in behandeling slechts voor de toekomst kan worden afgebouwd.
Compte tenu de ce que l'objectif poursuivi par le législateur en ce qui concerne la valorisation de l'expérience professionnelle acquise dans le secteur privé ou comme indépendant aurait un impact budgétaire non négligeable si cette valorisation était réalisée immédiatement et pour tous les membres du personnel judiciaire, le législateur a pu considérer que la différence de traitement existante ne pouvait être progressivement supprimée que pour l'avenir.