In zoverre de redenen in artikel 52 van de Vreemdelingenwet verband houden met de omstandigheid dat de asielzoeker zelf niet meewerkt aan zijn asielprocedure, vermag de wetgever van oordeel te zijn dat zijn vrees om naar zijn land terug te keren, nooit heeft bestaan of elk actueel karakter heeft verlo
ren, zodat niet kan worden ingezien waarom, rekening houdend met het grote aantal dossiers waarover de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen dient te oordelen, deze laatste die aanvragen niet op die grond zou kunnen afwijzen, rekening houdend met het onderzoek van de gegevens van het dossier waarover hij op dat ogenblik
...[+++] beschikt.
En ce que les motifs mentionnés à l'article 52 de la loi relative aux étrangers touchent à la circonstance que le demandeur d'asile lui-même ne coopère pas à sa procédure d'asile, le législateur peut considérer que sa crainte de retourner dans son pays n'a jamais existé ou a perdu tout caractère actuel, de sorte que l'on n'aperçoit pas pourquoi, compte tenu du grand nombre de dossiers sur lesquels doit se prononcer le Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, ce dernier ne pourrait pas rejeter ces demandes sur cette base, compte tenu de l'examen des éléments du dossier dont il dispose à ce moment.