Artikel 5, § 2, bepaalt dat het memorandum wordt opgesteld in minstens drie exemplaren, waarvan er, na ondertekening, één wordt overhandigd aan de medewerker met het gerecht, één in het bezit blijft van de toezeggende parketmagistraat dit wil zeggen naargelang het geval de procureur des Konings of de federale procureur en één wordt toegevoegd aan het strafdossier betreffende het misdrijf waarvan de medewerker met het gerecht wordt verdacht.
L'article 5, § 2, prévoit que le mémorandum doit être établi en trois exemplaires au moins. Un exemplaire est remis au collaborateur de la justice après signature, un deuxième exemplaire reste en la possession du magistrat de parquet qui a fait la promesse c'est-à-dire du procureur du Roi ou du procureur fédéral selon le cas et un troisième exemplaire est joint au dossier répressif relatif à l'infraction dont le collaborateur de la justice est inculpé.