De lidstaten leggen een openbaar register aan van vergunninghoudende betalingsinstellingen en hun agenten en bijkantoren, alsmede van natuurlijke en rechtspersonen en hun agenten en bijkantoren waarvoor een ontheffing overeenkomstig artikel 26 is verleend, alsmede van de in artikel 2, lid 3, bedoelde instellingen die krachtens nationale of communautaire wetgeving gemachtigd zijn om betalingsdiensten aan te bieden.
Les États membres établissent un registre public des établissements de paiement agréés et de leurs agents et succursales, ainsi que des personnes physiques et morales, et de leurs agents et succursales, qui bénéficient d'une dérogation conformément à l'article 26, et des entités visées à l'article 2, paragraphe 3, qui sont habilitées en vertu du droit national à fournir des services de paiement.