2. hoopt dat de opstelling van het statuut van de leden vóór de Intergouvernementele Conferentie van 2004 wordt voltooid, maar acht het niet noodzakelijk de ratificatie van het Verdrag van Nice af te wachten; blijft bij zijn standpunt dat het Europees Parlement op dit terrein over autonome beslissingsbevoegdheid moet kunnen beschikken en dat de bij artikel 190, lid 5 van het Verdrag van Nice voorgeschreven eenparigheid van stemmen met betrekking tot de belastingregeling voor leden niet gerechtvaardigd is;
2. espère que le processus d'élaboration du statut de député s'achèvera avant la Conférence intergouvernementale de 2004 et, en tout état de cause, sans devoir attendre la ratification du traité de Nice; estime que le Parlement devrait, dans ce domaine, avoir un pouvoir de décision autonome et que l'unanimité exigée en vertu de l'article 190-5 du traité de Nice sur le régime fiscal des députés n'est pas justifié;