8. laakt de lakse opstelling van de Raad in het kwijtingsproces, en onder meer zijn weigering deel te nemen aan de kwijtingsdebatten van het Parlement; meent dat dit een blijk van minachting is voor de kwijtingsfunctie van het Parlement en voor het recht van het publiek te zien dat alle gebruikers van EU-gelden ter verantwoording worden geroepen, vooral ook gezien het feit dat de lidstaten die in de Raad vertegenwoordigd zijn in feite verantwoordelijk zijn voor zo'n 80% van de totale uitgaven ten laste van de EU-begroting;
8. dénonce le peu de zèle affiché par le Conseil dans la procédure de décharge, et notamment son refus de participer aux débats menés dans ce cadre par le Parlement; y voit une marque de mépris envers l'autorité de décharge qu'est le Parlement et une atteinte au droit des citoyens d'exiger des responsables de l'utilisation des fonds de l'Union européenne qu'ils rendent des comptes, au vu en particulier du fait que les États membres représentés au Conseil sont, en pratique, à l'origine d'environ 80 % des dépenses effectives du budget de l'Union;