Een entiteit die gebruik maakt van de uitzondering moet die grondslag voor financiële verslaggeving, met inbegrip van zijn beleid inzake de toerekening van bied-laatcorrecties (zie de alinea's 53 tot en met 55) en kredietaanpassingen (zie alinea 56), indien van toepassing, in elke periode consistent toepassen voor een bepaalde portefeuille.
L’entité qui se prévaut de l’exception doit appliquer cette méthode comptable, y compris sa méthode de répartition des ajustements cours acheteur-cours vendeur (voir paragraphes 53 à 55) et des ajustements au titre du risque de crédit (voir paragraphe 56), le cas échéant, de la même manière d’une période à l’autre pour un portefeuille donné.