Het ontvankelijkheidspercentage bij de verhoren op het Commissariaat-generaal, dat nochtans hetzelfde verdrag van Genève toepast, bewijst voldoende dat de minister van Binnenlandse Zaken overwegingen op het vlak van het immigratiebeleid vermengt met de enige overwegingen die in het eerste onderzoek rechtmatig genoemd kunnen worden, namelijk de vraag of de persoon die verhoord wordt, een gegronde vrees heeft dat hij vervolgd zal worden wanneer hij terugkeert naar zijn land.
Le pourcentage de recevabilité lors des auditions au commissariat général qui applique pourtant pourtant la même Convention, celle de Genève, démontre à suffisance que le ministère de l'Intérieur mêle des considérations de politique d'immigration aux seules considérations justifiables dans ce premier examen, celle de savoir si la personne qu'ils entendent craint avec raison d'être persécutée en cas de retour dans son pays.