De leraar kan, met ondersteuning van anderen, bepalen waar hij bij de observatie van de kleuters zal op letten en welke beoordelingscriteria hij hanteert om uit te maken of kinderen een 'gezond' ontwikkelingsverloop kennen of integendeel in hun ontwikkeling stagneren of problemen ondervinden.
Appuyé par les autres, l'enseignant est en mesure de définir les aspects à cerner lors de l'observation des enfants et les critères d'évaluation utilisés pour déterminer si les enfants connaissent une évolution « saine » en matière de développement ou au contraire, une stagnation ou encore, s'ils rencontrent des problèmes.