...als b
edrijfsruimte; dat ze daarnaast meende dat, teneinde dit grondgebied naar behoren te vermazen, nieuwe ruimtes dienden voorbehouden voor de economische activiteit in de gemeentes Tubeke en Nijvel; Overwegende dat de effectenstudie de deugdelijkheid van de afbakening van het referentiegebied heeft bevestigd, evenals het bestaan van de socio-economische behoeften op dit grondgebied, binnen het tijdsbestek dat de Regering bepaalde; dat ze, gezien de omvang van deze behoeften, deze heeft verhoogd tot een bruto-oppervlakte van 110 tot 115 hectare; Overwegende dat zowel de CRAT als de CWEDD de relevantie van het ontwerp ten opzichte
...[+++] van de bestaande concrete behoeften bevestigen; dat, hoewel bepaalde reclamanten de relevantie van de afbakening van het referentiegebied betwistten, omdat het kunstmatig beperkt zou zijn tot het grondgebied dat de IBW beheert, met inbegrip van Nijvel als belangrijkste pool, terwijl deze stad meer dan een half uur ver van de site ligt, en er enkel mee verbonden is door de weg en de vrachtwagens, en niet de dichter gelegen en voor het openbaar en het zacht vervoer vlot bereikbare steden Halle en Edingen omvat, de CRAT aanstipt dat deze afbakening beantwoordt aan de doelstellingen van het voorontwerp en dus niet in vraag kan gesteld worden, zonder te raken aan de basisdoelstellingen van het plan; dat, in ieder geval, de kritiek niet van die aard is dat het ontwerp in vraag wordt gesteld, aangezien de effectenstudie aantoonde dat het de pool van Tubeke aantrekkelijker kan maken en de ontwikkeling kan aanzwengelen, om een mouw te passen aan de zware economische problemen door de staalcrisis; dat de nabijheid van de steden Halle en Edingen een bijkomende troef is in dat opzicht; Validatie van het ontwerp Overwegende dat het besluit van 18 oktober 2002 gegrond is op de overweging dat de aangemerkte zone het best aansluit op de bestaande voorzieningen die zich op het referentiegebied bevinden; Overwegende dat de effectenstudie de optie van het voorontwerp van plan tot wijziging gegrond heeft bevonden, in die zin dat het de opneming van een gemengde bedrijfsruimte van 71 hectare op het grondgebied van de gemeente Tubeke (Tubeke en Sint-Renelde), beoogt, om niet-vervuilende bedrijven te huisvesten; Overwegende dat bijgevolg de Regering haar optie in het besluit van 18 september 2003 heeft bevestigd; Overwegende dat de CRAT eveneens deze beslissing bekrachtigt; Onderzoek van de lokaliseringsalternatieven Overwegende dat, overeenkomstig artikel 42, lid 2, 5° van het Waals Wetboek, en het bijzonder bestek, de effectenstudie alternatieven heeft gezocht; dat deze alternatieven betrekking kunnen hebben op de lokalisering, de afbakening of de uitvoering van het in het ontwerpgewestplan op te nemen gebied; Overwegende dat de auteur van de effectenstudie geen enkel lokaliseringsalternatief heeft uitgelicht, daar de voorgestelde site het meest geschikt is om de doelstellingen van de herziening van het gewestplan in te vullen; Overwegende dat de CRAT zich bij deze analyse aansluit; Overwegende dat de CWEDD deze in vraag stelt, met een aantal bezwaren, die hierna worden uiteengezet, met de suggestie om alternatieven, met het oog op het herstel van afgedankte bedrijfsruimtes (SAED) te onderzoeken : dat hij van mening is dat de redenen die de auteur van de effectenstudie opgeeft om deze alternatieven niet te overwegen, niet gegrond zijn; dat volgens hem de nodige tijd om de sites op te waarderen en ze toegankelijk te maken, geen hindernis is in die mate dat de inrichting van de ontwerp-zone een zelfde tijd zou vragen; dat hij meent dat een opwaardering van één of meer afgedankte bedrijfsruimtes van het stadscentrum meer zou bijdragen tot een beter imago van de stad dan de aanleg van een bedrijfsruimte (ZAE) buiten de stad; Overwegende echter dat, zoals de Gemeenteraad aanstipt, een aantal van de overwogen sites in het stadscentrum niet geschikt kunnen zijn voor economische activiteiten die veel transportverkeer teweegbrengen; dat ze moeten voorbehouden worden voor bestemmingen die beter bij de ligging passen, zoals huisvesting of handel; dat anderzijds voor de site van Clabecq - Duferco Sud alvorens er van enige nieuwe bestemming sprake kan zijn, een grootscheepse sanering en reiniging dient te gebeuren, die niet tot een goed einde kunnen gebracht worden binnen een vergelijkbare tijdspanne als voor de uitvoering van de doelstellingen van het plan; Overwegende dat de CWEDD tevens aanstipt dat de Gemeenteraad van Tubeke PCAD-procedures (Afwijkend Gemeentelijk Plan van Aanleg) heeft willen inzetten om de onderzochte zone voor recreatieve activiteiten te bestemmen, vóór de wijziging van het gewestplan : dat hij vreest dat de lopende rechtsvorderingen de termijn voor de terbeschikkingstelling van deze terreinen nog zullen verlengen; dat een aantal reclamanten ook aanklagen wat ze als een onverzoenbaarheid tussen deze ontwerpen beschouwen en stellen dat deze tegenstrijdigheden geen uitsluitsel geven over het lot van deze terreinen en inzake de invloed van het ontwerp op het leefmilieu; Overwegende dat de Gemeenteraad, die tegelijk zijn voornemen aankondigt om de mogelijke bestemming van een deel van het gebied voor recreatieve activiteiten te onderzoeken, zich duidelijk uitsprak ten gunste van het ontwerp van de Regering; dat hij aanstipt dat, in de hypothese dat dit voornemen concreet vorm krijgt, dit zou gebeuren aan de hand van een PCAD, met inbegrip van een effectenstudie, die de vragen van de reclamanten zou beantwoorden, en dat het dus voorbarig is om rekening te houden met dit gemeentelijk plan, dat nog niet in voldoende gevorderde staat is om de eventuele gevolgen te beoordelen en om het ontwerp van de Regering in vraag te stellen; Onderzoek van de alternatieven voor afbakening en uitvoering Overwegende dat, anderzijds, de effectenstudie duidelijk aantoonde dat de nadelen die verbonden zijn aan het ontwerpgebied op grote schaal kunnen ingedijkt worden, als de afbakening zodanig wordt gewijzigd, weliswaar met de inkrimping van de oppervlakte met 9 hectare, om deze een gepaste configuratie te verlenen, met als gevolg een iets geringer grondverzet, een betere bescherming van de Stierbecq-vallei, minder aantasting van milieus met hoge biologische waarde, de schrapping van de onteigeningen, de vermindering van de hinder voor het woongebied, minder aantasting van de landbouwfunctie, de ontsluiting van een landbouwruimte, de handhaving van de herverkavelingsomtrek; Overwegende dat de Regering, in haar besluit van 18 september 2003, meende dat uit deze vergelijkende studie bleek dat de ......ire de référence ainsi que l'existence des besoins socio-économiques de ce territoire, dans l'horizon de temps défini par le Gouvernement; que, quant à l'ampleur de ces besoins, elle les a majorés pour les porter à 110 à 115 hectares de superficie brute; Considérant que tant la CRAT que le CWEDD confirment la pertinence du projet par rapport aux besoins concrets existants; que, si certains réclamants ont contesté la pertinence de la délimitation du territoire de référence, en ce qu'il serait artificiellement limité au territoire géré par l'IBW et en ce qu'il inclut la ville de Nivelles comme pôle principal, alors qu'elle est distante du site de plus d'une demi-heure, en n'y étant reliée que par la route et les poids lourds, et ne repr
...[+++]end pas les villes, plus proches et aisément accessibles par transports en commun ou transports doux, de Halle et Enghien, la CRAT relève que cette définition est conforme aux objectifs définis dans l'avant-projet et qu'elle ne peut être remise en cause sans que les objectifs fondamentaux du plan le soient également; que, de toute façon, la critique n'est pas de nature à remettre en cause le projet puisque l'étude d'incidences a démontré qu'il était de nature à rendre le pôle de Tubize attractif et à lui insuffler une dynamique de développement qui pallie les difficultés économiques importantes liées à la crise sidérurgique; que la proximité des villes de Halle et Enghien constitue un atout supplémentaire à cet égard; Validation du projet Considérant que l'arrêté du 18 octobre 2002 est fondé sur la considération que la zone retenue présente les meilleures synergies avec les équipements existants dans le territoire de référence; Considérant que l'étude d'incidences a estimé fondée l'option de l'avant-projet de plan modificatif en ce qu'il vise l'inscription d'une zone d'activité économique mixte de 71 hectares sur le territoire de la commune de Tubize (Tubize et Saintes), en vue de permettre l'accueil d'entreprises non polluantes; Considérant qu'en conséquence, le Gouvernement a confirmé son option dans l'arrêté du 18 septembre 2003; Considérant que la CRAT valide également cette décision; Examen des alternatives de localisation Considérant que, conformément à l'article 42, alinéa 2, 5° du Code wallon, et au cahier spécial des charges, l'étude d'incidences a procédé à la recherche d'alternatives; que ces alternatives peuvent porter sur la localisation, la délimitation ou encore la mise en oeuvre de la zone à inscrire au projet de plan de secteur; Considérant qu'aucune alternative de localisation n'a été dégagée par l'auteur de l'étude d'incidences, le site proposé étant le plus adéquat pour répondre aux objectifs de la révision du plan de secteur; Considérant que la CRAT se rallie à cette analyse; Considérant que le CWEDD la remet en cause, en soulevant différentes objections, qui seront rencontrées ci-après, et en suggérant que des alternatives, tenant à la réhabilitation de SAED, soient étudiées; qu'il estime que les raisons avancées par l'auteur de l'étude d'incidences pour éliminer ces alternatives ne sont pas fondées; que, selon lui, le temps nécessaire à assurer la réhabilitation des sites et à assurer leur accessibilité n'est pas un obstacle dans la mesure où l'aménagement de la zone en projet requérrait un temps équivalent; qu'il estime qu'une démarche de réhabilitation d'un ou plusieurs SAED du centre ville participerait davantage à restaurer l'image de la ville que la création d'une ZAE décentrée; Considérant cependant que, comme le Conseil communal le relève, plusieurs des sites envisagés, situés au centre ville ne peuvent convenir à des activités économiques générant un charroi important; qu'ils doivent être réservés à des affectations plus adaptées à leur localisation, comme le logement ou le commerce; que, d'autre part, le site de Clabecq - Duferco Sud nécessite, avant toute nouvelle affectation, un vaste programme d'assainissement et de dépollution, qui ne pourra être mené à bien dans un temps compatible avec la réalisation des objectifs du plan; Considérant que le CWEDD relève également que le Conseil communal de Tubize a souhaité initier des procédures de PCAD destinant la zone étudiée à des activités de loisirs, dès avant la modification du plan de secteur; qu'il craint que les actions juridiques en cours prolongent encore le délai de remise à disposition de ces terrains; que plusieurs réclamants dénoncent également ce qu'ils estiment être une incompatibilité entre ces projets et dénoncent le flou que ces contradictions entretiennent sur le sort exact des terrains et sur l'impact du projet sur l'environnement; Considérant que le Conseil communal, tout en annonçant son intention d'étudier l'affectation possible d'une partie de la zone à des activités de loisirs, s'est clairement prononcé en faveur du projet du Gouvernement; qu'il précise que, dans l'hypothèse où cette intention se concrétiserait, ce serait par la voie d'un PCAD, comprenant une étude d'incidences, qui permettrait de rencontrer les diverses questions posées par les réclamants qu'il est donc prématuré de tenir compte de ce projet communal, qui n'est pas arrivé à un stade d'avancement suffisant pour que son impact éventuel puisse être évalué et qu'il remette en cause le projet du Gouvernement; Examen des alternatives de délimitation et de mises en oeuvre Considérant, d'autre part, que l'étude d'incidences a mis en évidence que les inconvénients présentés par la zone en projet pouvaient être sérieusement atténués, si sa délimitation était modifiée de façon à, il est vrai en amputant sa surface de 9 hectares, lui donner une configuration adéquate, dont résulterait une petite diminution des déplacements des terres, une meilleure protection du vallon du Stierbecq, la réduction de la destruction de milieu de grande valeur biologique, la suppression des expropriations, la diminution des nuisances pour l'habitat, la réduction de l'atteinte à la fonction agricole, le désenclavement d'un espace agricole, la préservation du périmètre de remembrement; Considérant que, dans son arrêté du 18 septembre 2003, le Gouvernement a estimé qu'il résultait de cette étude comparative que la solution la meilleure pour rencontrer ses objectifs consistait à retenir le projet initial, en revoyant son périmètre selon les suggestions formulées par l'auteur de l'étude d'incidences et, dès lors, de retenir comme projet de révision du plan de secteur l'inscription de cette zone selon une délimitation modifiée; Considérant que la CRAT approuve cette décision; Prise en considération des recommandations généra ...