De Raad van State zegt: `De Staat zal niet meer beschikken over een zakelijk recht op de onroerende goederen en zal niet meer de prerogatieven verbonden aan de eigendom kunnen uitoefenen, te weten op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te besc
hikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen; hij zal alleen beschikken over een persoonlijk recht op die goederen en zal alleen de rechten van een huurder kunnen uitoefenen, te weten het genot van de
goederen ...[+++]binnen de grenzen gesteld bij de artikelen 1714 en volgende van het Burgerlijk Wetboek'.
J'épingle premièrement : « L'État n'aura plus un droit réel sur les biens immeubles et ne pourra plus exercer des prérogatives liées à la propriété, à savoir jouir et disposer des biens de la manière la plus absolue pourvu qu'il ne fasse pas un usage prohibé par les lois et les règlements ; il aura uniquement un droit personnel sur ses biens et ne pourra exercer que les droits d'un locataire, à savoir jouir des biens dans les limites fixées par les articles 1714 et suivants du Code civil».