Met de aanneming van de in het geding zijnde bepaling heeft de wetgever « de stop
zettingsmeerwaarden [willen opnemen] in de bijdragebasis voor het berekenen van de [sociale]
bijdragen » van de zelfstandigen, als reactie op een arrest van het Hof van Cassatie van 25 maart 1991 waarin werd geoordeeld dat, aangezien de winsten of baten met betrekking tot een door de begunstigde voorheen uitgeoefende zelfstandige beroepswerkzaamheid niet voortvloeien uit de gewoonlijke uitoefening v
an een zelfstandige ...[+++]activiteit tijdens het refertejaar, die winsten en baten niet waren onderworpen aan de sociale bijdragen (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. 315-4, p. 15).
Par l'adoption de la disposition en cause, le législateur a entendu « réintroduire les plus-values de cessation dans la base de calcul des cotisations » sociales des indépendants, en réaction à un arrêt de la Cour de cassation du 25 mars 1991 qui décidait que, puisque les bénéfices ou profits qui se rattachent à une activité professionnelle indépendante antérieurement exercée par le bénéficiaire ne proviennent pas de l'exercice habituel d'une activité indépendante dans le cours de l'année de référence, ces bénéfices ou profits n'étaient pas soumis aux cotisations sociales (Doc. parl., Sénat, 1991-1992, n° 351-4, p. 15).