1.1. De mondelinge mededeling vindt plaats tussen een spreker of zender en een of meer toehoorders, en wel in de vorm van korte teksten, woordgroepen en/of afzonderlijke woorden, eventueel gecodeerd.
1.1. La communication verbale s'établit entre un locuteur ou un émetteur et un ou plusieurs auditeurs, sous forme d'un langage formé de textes courts, de groupes de mots et/ou de mots isolés, éventuellement codés.