Overwegende dat in het gemeenschappelijk douanetarief , gehecht aan Verordening ( EEG ) nr . 950/68 van de Raad van 29 juni 1968 ( 2 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2376/70 van de Raad van 23 november 1970 ( 3 ) , postonderverdeling 23.02 A I a ) , betrekking heeft op zemelen , slijpsel en andere resten van het zeven , van het malen of van andere bewerkingen van onder meer maïs , met een zetmeelgehalte van niet meer dan 35 gewichtspercenten ;
considérant que le tarif douanier commun annexé au règlement (CEE) nº 950/68 du Conseil, du 29 juin 1968 (2), modifié en dernier lieu par le règlement (CEE) nº 2376/70 du Conseil du 23 novembre 1970 (3), vise à la sous-position 23.02 A I a) les sons, remoulages et autres résidus du criblage, de la mouture ou autres traitements des grains de maïs, notamment, dont la teneur en amidon est inférieure ou égale à 35 % en poids;