De zevende paragraaf, in afwijking van artikel 3, § 2, geeft op aanvraag en tot 31 december 2017, gezien de wijziging van de leeftijd voor verlof voorafgaand aan pensioen, de ambtenaar die de voorwaarde vervult om op verlof voorafgaand aan pensioen te vertrekken op 60 of 61 jaar overeenkomstig artikel 46 van voormelde wet van 15 mei 1984, toestemming om in verlof voorafgaand aan pensioen te blijven tot 62 jaar, met een maximum van 5 jaar.
Le septième paragraphe, en dérogation à l'article 3, § 2, permet sur demande et ce jusqu'au 31 décembre 2017, vu les modifications de l'âge pour entrer en congé préalable, à l'agent qui est dans les conditions pour partir à la pension anticipée à 60 ou 61 ans conformément à l'article 46 de la loi précitée du 15 mai 1984, de rester en congé préalable jusque 62 ans, avec un maximum de 5 ans.