Aldus heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat « het arrest, dat oordeelt dat de verplichting van de brandweerlieden van de stad Dinant die een wachtdienst thuis verzekeren uitsluitend erin bestaat bereikbaar te zijn en ' zich klaar te houden om zich binnen een zeer korte termijn naar de kazerne te begeven ', zijn beslissing om die niet-actieve wachtdiensten niet te beschouwen als arbeidstijd, wettelijk verantwoordt » (Cass., 18 mei 2015, S.13.0024.F, eigen vertaling).
Ainsi, la Cour de cassation a jugé que « l'arrêt, qui considère que l'obligation des pompiers de la ville de Dinant qui assurent une garde à domicile est uniquement de pouvoir être joints et de ' se tenir prêts à se présenter à la caserne dans un délai très court ', justifie légalement sa décision de ne pas considérer ces gardes inactives comme du temps de travail » (Cass., 18 mai 2015, S.13.0024.F).