Onverminderd de toepassing van §§ 1 tot en met 2 mag niemand tot lid van de raad van bestuur worden benoemd: 1° indien in zijn hoofde, in welke hoedanigheid ook, een werkelijk en duurzaam belangenconflict met de vennootschap of één van haar dochtervennootschappen bestaat; 2° indien hij/zij zich er niet toe verbindt zijn/haar ontslag aan te bieden zodra hij/zij zich in een situatie als bedoeld in 1° zou bevinden.
Sans préjudice des §§ 1 à 2, nul ne peut être nommé membre du conseil d'administration : 1° s'il existe dans son chef, en quelque qualité que ce soit, un conflit d'intérêt actuel et durable avec la société ou l'une de ses filiales ; 2° s'il ne s'engage pas à présenter sa démission s'il se trouvait dans la situation visée au 1°.