10. merkt op, met betrekking tot Cuba, dat het Gemeenschappelijk Standpunt dat in 1996 aangenomen en vervolgens periodiek vernieuwd is, een routekaart voor een vreedzame overgang naar democratie inhoudt, volledig wordt geïmplementeerd en binnen de Eu
ropese instellingen geen controverse oproep
t; betreurt dat er zich totnogtoe geen enkel
e betekenisvolle verbetering voor de rechten van de mens heeft voorgedaan; neemt akte van het besluit van 20 juni ll. van de Raad om de informele sancties tege
...[+++]n Cuba op te heffen, samen met de vraag om alle politieke gevangenen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten, de toegang tot de gevangenissen te verbeteren en het internationaal verdrag inzake de burgerlijke en politieke rechten te ratificeren en in praktijk te brengen ; neemt ter kennis dat de Raad over een jaar besluit of hij de politieke dialoog met Cuba voortzet naargelang er al dan niet betekenisvolle verbeteringen voor de rechten van de mens vast te stellen zijn ; wijst erop dat het standpunt van de Raad ook de instellingen van de Europese Unie bindt in de dialoog met zowel de Cubaanse overheden als de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld ; herhaalt zijn standpunt in verband met de winnaars van de Sacharov-prijs Oswaldo Payá Sardiñas en de Vrouwen in het wit (Damas de Blanco); 10. rappelle qu'en ce qui concerne Cuba, la position commune adoptée en 1996, et renouvelée périodiquement, reflète la feuille de route en faveur d'une transition pacifique vers la démocratie, reste pleinement en vigueur et ne fait l'objet d'au
cune controverse au sein des institutions européennes; regrette que, jusqu'à présent, aucune amélioration significative en matière de droits de l'homme ne se soit produite; prend note de la décision du Conseil du 20 juin 2008 de lever les sanctions informelles concernant Cuba, tout en demandant la libération immédiate et inconditionnelle de tous les prisonniers politiques, de faciliter l'accès au
...[+++]x prisons et de ratifier et mettre en œuvre le pacte international relatif aux droits civils et politiques; note que le Conseil décidera dans un an s'il poursuit le dialogue politique avec Cuba en fonction de l'existence ou non d'améliorations significatives en matière de droits de l'homme; rappelle que la position du Conseil est également contraignante à l'égard des institutions de l'Union pour le dialogue tant avec les autorités cubaines qu'avec les représentants de la société civile; réitère sa position vis-à-vis des lauréats du prix Sakharov, M. Oswaldo Payá Sardiñas et le groupe appelé "Damas de Blanco" ("Les dames en blanc");