In t
egenstelling tot de vier andere hoven, heeft het hof van beroep van Bergen bij beschikking beslist dat de verzoekschriften gebaseerd op artikel 4 van de Voorafgaande Titel van het Strafwetboek, die worden voorgesteld als een met artikel 747 van het Gerechtelijk Wetboek gelijklopende procedure om de vaststelling van de rechtsdag te bepalen, onontvankelijk zijn. De bepaling zou immers alleen betrekking hebben op een ben
adeelde persoon die zich geen partij heeft gesteld
tijdens de debatten over ...[+++] strafvordering, maar via een verzoekschrift wil bekomen dat de rechter die uitspraak heeft gedaan over de strafvordering, zich uitspreekt over de burgerlijke belangen (cf. de woorden « in dat geval » gebruikt in het betrokken artikel 4).En effet, la cour d'appel de Mons, contrairement aux quatre autres Cours d'appel, semble-t-il, a estimé par ordonnance devoir décider que les requêtes basées sur l'article 4 du Titre préliminaire du Code pénal, présentées comme une procédure similaire à l'article 747 du Code judiciaire, afin de demander fixation étaient irrecevables au motif qu
e la disposition ne viserait que la situation d'une personne lésée qui ne s'est pas constituée lors des débats sur l'action publique, mais qui, sur requête, veut obtenir de la juridiction qui a statué sur l'action publique qu'elle statue sur les intérêts civils (cf. les mots « dans cette hypothèse
...[+++]» utilisés à l'article 4 concerné).