H. overwegende dat, gezien het groeiende belang van sport op de diverse beleidsterreinen van de EU (vrij verkeer, erkenning van kwalificaties, concurrentie, gezondheidszorg en audiovisueel beleid), besloten is om sport in het grondwettelijk verdrag op te nemen als terrein waarop de EU bevoegdheid heeft (artikelen 16 en III-182); en overwegende dat het grondwettelijk verdrag niet door alle lidstaten is goedgekeurd en de Verklaring van Nice over sport in de EU op zichzelf onvoldoende is voor de aanpak van de huidige problemen, die een internationaal karakter hebben en derhalve om een Europese oplossing vragen,
H. considérant que, devant l'importa
nce grandissante du sport dans les différentes politiques de l'Union européenne (liberté de circulation, reconnaissance des qualifications, concurrence, politique de la santé et de l'audiovisuel), il a été décidé d'inclure le sport dans le traité constitutionnel comme domaine de compétence de l'UE (article 16, article III-182); considérant en outre que le traité constitutionnel n'a pas été adopté par l'ensemble des États membres et que la seule Déclaration de Nice sur le sport dans l'Union ne suffit pas pour agir face aux problèmes actuels, qui transcendent les dimensions nationales et appellent à ce
...[+++]titre des solutions européennes,