Aanbeveling nr. 1418 van 25 juni 1999 van de Raad van Europa over de bescherming van de mensenrechten en de waardigheid van ongeneeslijk zieken of stervenden, handhaaft het absolute verbod op het opzettelijk beëindigen van het leven van ongeneeslijk zieke en stervende personen, maar bepaalt wel dat, behalve indien de patiënt dit weigert, de ongeneeslijk zieken en stervenden de nodige pijnbestrijdende behandelingen en palliatieve zorg moeten krijgen, zelfs al kan de behandeling als neveneffect hebben dat het leven van de patiënt verkort wordt.
Ainsi, la recommandation du Conseil de l'Europe 1418 du 25 juni 1999 concernant la protection des droits de l'homme et la dignité des malades incurables et des mourants maintient l'interdiction absolue de mettre intentionnellement fin à la vie des malades incurables et des mourants, mais précise que, sauf refus de l'intéressé, les malades incurables et les mourants reçoivent un traitement anti-douleur et des soins palliatifs adéquats, même si le traitement appliqué peut avoir pour effet secondaire de contribuer à abréger la vie de la personne.