De magistraten wezen onder meer op het feit dat er in de ziekteverzekering een zeer korte referentieperiode bestaat, waarin het bewijs moet worden gebracht om gedurende 120 dagen in de periode van zes maanden voorafgaand aan de ziekteperiode arbeidsprestaties of gelijkgestelde dagen te hebben gepresteerd.
Ces magistrats ont souligné, entre autres, que la période de référence en matière d'assurance maladie est très courte et qu'il faut apporter la preuve de 120 jours de prestations de travail ou de périodes assimilées pendant les six mois qui ont précédé la période de maladie.